Nieuwe regelgeving
Op 23 februari '24 werd nieuwe Vlaamse regelgeving van kracht: soepelere VLAREMregels voor het inrichten van open zwemlocaties met toezicht (redders) zoals we die kennen. Douches, wc's, kleedhokjes, strand, enz. zijn niet meer verplicht en er komt een risicobeoordeling per locatie. Zo wordt het makkelijker om een erkende zwemlocatie te starten.
Daarnaast is er nu een nieuwe categorie: de VRIJE ZWEMZONE, om voor 't eerst in vele decennia weer op eigen verantwoordelijkheid te kunnen zwemmen, zonder toezicht. Iets wat in het buitenland de normaalste zaak van de wereld is.
Voor de vrije zwemzones blijven er drie voorwaarden: een exploitant moet instaan voor risicobeoordeling, reddingsboei, en meten van de waterkwaliteit, tenzij de Vlaamse Milieumaatschappij dit laatste doet. Vrije zwemzones worden aangeduid door de lokale overheid. Om die te begeleiden wordt een leidraad uitgewerkt, voor de praktische obstakels: goedkeuring krijgen van de waterbeheerder, onderhandelen met concessiehouders (zeil- duik- en andere clubs die bijna altijd aanwezig zijn en eigen deals hebben met vooral de Triatlonfederatie), aanpassen van het politiereglement, en een VLAREM-melding klasse 3 doen, want zwemmen blijft een VLAREM activiteit (en dus gezien als 'hinderlijk'!). Eens de vrije zwemzone is aangeduid, kan een exploitant aan de slag. Wié die exploitant is wordt niet gedefinieerd. Hij moet de risicobeoordeling voorleggen aan het Departement Zorg (vroegere Agentschap Zorg en Gezondheid).
Je zal ook vrij kunnen zwemmen op ingerichte open locaties met toezicht, buiten de openingsuren/het seizoen, op voorwaarde dat de lokale overheid daar ook een vrije zwemzone aanduidt, al dan niet op dezelfde plaats. EN op voorwaarde dat de exploitant een risicobeoordeling opmaakt, zowel voor de vrije zwemzone als voor de al ingerichte locatie. Die laatste is verplicht vanaf voorjaar 2025.
Steden en gemeenten die ervoor gaan, kunnen hun inwoners nu de kans geven om in open water te zwemmen. Wij zijn blij maar liefst niet met een dode mus, want het blijft elke plaats voor zich, en dus een beleid van willekeur. Wij verkiezen een helder algemeen beleid zoals in het buitenland, met overal zwemrecht op eigen verantwoordelijkheid tenzij verboden, i.p.v. zoals bij ons overal verboden tenzij op aangeduide zwemplekken. Maar we gaan erop vooruit, al is het aan een slakkengang.
En al blijven de regeringscijfers misleidend: er zijn momenteel géén 101 openzwemlocaties voor iedereen. Het zijn er amper 80, ruim de helft daarvan aan zee. De 20 andere zijn enkel voor clubs. De voor hen voordelige VLAREMafwijking blijft trouwens van kracht, waardoor clubs eigen plekken kunnen blijven uitbouwen. Soms ook in bevaarbare waterlopen, waar zwemmen formeel verboden is, tenzij expliciet toegelaten door bordjes van de Vlaamse Waterweg. Bordjes die spoorloos zijn en die er dus dringend (meer) moeten komen, maar enige aansporing om ze te zetten, hebben wij in het besluit niet aangetroffen... Komaan, Vlaamse Waterweg! Zwemplezier is meer en meer ook voor hier. En lokale besturen, doe mee, maak gebruik van de nieuwe mogelijkheden! Investeer in gezondheid en welzijn door uw stad en gemeente leefbaarder te maken. De kiezer zal u dankbaar zijn.
In september 2024 is in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord opgenomen dat 'zwemmen in open water een recht wordt'. Een belofte, geen nieuwe regelgeving. Lees hier onze bedenkingen daarover.